Podcast: aanpak van lokale onveiligheidsgevoelens

In deze podcast gaan wij in gesprek met Sten Meijer, werkzaam bij het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (het CCV).

Sinds 2012 is Sten bezig met het thema veiligheidsbeleving. Juist het feit dat het subjectief is en beïnvloed wordt door vele factoren, maakt het voor Sten interessant.

Wat is subjectieve veiligheid?

Objectieve veiligheid geeft cijfermatig weer wat er gebeurt op het gebied van veiligheid zoals het aantal aangiftes van woninginbraken of het aantal meldingen over jeugdoverlast. Subjectieve veiligheid gaat over hoe mensen de veiligheid ervaren.

De vraag die rijst is: zijn veiligheidsgevoelens, die sterk beïnvloedbaar zijn door van alles om ons heen inclusief de media en gebeurtenissen van zowel dichtbij als veraf, door de lokale overheid eigenlijk wel te sturen? Het antwoord dat Sten geeft is dat dit wel degelijk mogelijk is.

Hoe kun je sturen op veiligheidsgevoel?

Maar hoe kunnen gemeenten dat dan doen? Aan welke knoppen kun je als gemeente draaien? Welke rol heeft de gemeente en wie binnen die gemeente heeft dan welke rol? Sten geeft aan dat binnen een gemeente hier op verschillende niveaus invulling aan gegeven kan worden. De burgemeester kan opdracht geven voor het afnemen van de veiligheidsmonitor. Naast vragen over slachtofferschap worden ook vragen gesteld over hoe bewoners de veiligheid ervaren. Dat is de eerste stap om cijfermatig een beeld te krijgen op gemeentelijk niveau en bij voorkeur nog op het niveau van wijk en buurt. De uitvoering, analyse en vervolgstappen zouden door de OOV-adviseur ingevuld kunnen worden als opdracht vanuit college. Een opdracht zou kunnen zijn om dan nader onderzoek te doen naar de veiligheidsbeleving.

Onderzoek doen

Analyseren en onderzoek doen is belangrijk. Idealiter is dit een continu proces van het verzamelen van data. Belangrijk is om het onderzoek uit te voeren op dezelfde momenten. Weersinvloeden kunnen namelijk een rol spelen in de uitkomsten. Leg daarnaast ook je oor te luister bij professionals en bewoners.

In buurten / wijken heb je vaak een dominante minderheid en een zwijgzame meerderheid. Het is belangrijk om te onderzoeken wat er speelt, het te kiezen middel helpt daarbij. Als je bijvoorbeeld een bijeenkomst houdt van 19.00-21.00, dan weet je al dat je jonge ouders missen gaat. De 50- plusser komt wel. De vraag is of je dan een voldoende breed beeld hebt? Het is goed dit aan te vullen met keukentafelgesprekken of een ronde in de wijk.

Meer diepgaand onderzoek

Er zijn verschillende aanleidingen om een diepgaander onderzoek te doen. Een stijging in de feitelijke criminaliteit bijvoorbeeld of een verschil tussen een daling in strafbare feiten en een gelijkblijvend veiligheidsgevoel. Daar komt het CCV in beeld, als onafhankelijke partij.

Het CCV brengt de onveiligheidsgevoelens in beeld. Daarbij is de vraagstelling bepalend voor het soort reactie en de reikwijdte van het antwoord dat je krijgt. Het liefst horen wij een verhaal over hoe mensen zich voelen in de wijk / buurt, geeft Sten aan. Er zijn namelijk veel factoren die een bijdrage leveren aan dit gevoel. In die gesprekken gaat het over veiligheid, maar vaak ook over leefbaarheid of over het publiek vertrouwen (het vertrouwen dat zij hebben in organisaties als de gemeente, politie). Het uitvoeren van concrete acties laat bewoners zien dat zij op de overheid kunnen rekenen.

Vier omgevingen

Vanuit het CCV kijken we naar 4 omgevingen die veiligheidsbeleving beïnvloeden, geeft Sten aan:

  • criminele omgeving, wat gebeurt er als het gaat om agressie, autokraak enzovoorts.
  • sociale omgeving, hoe is het gesteld met de sociale kwaliteit, zorg en cohesie
  • fysieke omgeving, hoe ziet een wijk eruit, bouwjaar, zwerfafval, verlichting achterpaden
  • institutionele omgeving, hoe is de communicatie vanuit organisaties met de mensen en hoe kijken mensen naar deze organisaties

Vanuit deze 4 omgevingen zijn 12 factoren geoperationaliseerd in de Tafel van 12.

Tafel van 12

Met de methode van de tafel van 12 pellen we 12 factoren af om te kijken hoe het gesteld is met het veiligheidsgevoel. Een voorbeeld is signaaloverlast / signaalcriminaliteit. Dat is overlast die stevig doorwerkt op de veiligheidsbeleving zoals een woninginbraak of jeugdoverlast

Onbekende anderen is een andere factor. Welke mensen ken je wel, welke niet en welk gevoel geeft dat?

De factor kwaliteit van de aanpak is van belang, vinden mensen dat wat de politie, gemeente, jongerenwerk doet van voldoende kwaliteit is en draagt dat bij aan de wijk/buurt?

Subjectieve veiligheid als signaal voor actie?

De vraagt die ontstaat is of een achterblijvend veiligheidsgevoel een signaal is om iets te gaan doen aan de objectieve veiligheid? Sten antwoordt dat dit afhangt van de ambitie van de gemeente. In het veiligheidsbeleid staat vaak dat mensen zich veilig moeten voelen, maar een concrete uitwerking ontbreekt regelmatig. Soms worden er aannames gedaan over het effect van whatsappgroepen op het verbeteren van het veiligheidsgevoel en soms gaat het alleen over de objectieve veiligheid.

Het gaat om zowel feitelijke criminaliteit als veiligheidsgevoel waar de gemeenten zich mee bezig moeten houden. Sten geeft aan dat we nu voor het eerst sinds jaren een stijging zien in de criminaliteitscijfers. Het is gemakkelijk om effect te zien van inzet op thema’s als het gaat om cijfers, maar er mist vaak actie gericht op het gevoel.

Hoe voorkomen we samen een gat tussen objectieve en subjectieve veiligheid? Deze lopen namelijk niet automatisch met elkaar in de pas. De analysefase moet ten alle tijden het vertrekpunt zijn! Dus wat is de status en dat gekoppeld aan het ambitieniveau: wat willen we met deze wijk / buurt.

Sten: Doe onderzoek in zo klein mogelijk gebied, dat zegt het meest, ga dus meer bottom up werken. Het is van belang om kwalitatieve gegevens boven water te krijgen. Dit vraagt veel echter meer capaciteit wat soms reden is om dit niet te doen. Het is en blijft een kwestie van prioriteit stellen.

IAA model

Naast de tafel van 12 en de 4 omgevingen is er het IAA model, wat staat voor Informatie – Analyse – Actie. Dit model zet in op het verbeteren van de overlastbeleving.  

Het is een soort PDCA cyclus waarbij het bijzondere is dat je focust op realiseren van een gezamenlijke probleemdefinitie. Stel je een hangplek voor, daar zijn jongeren, er liggen wietzakjes, er is geluidsoverlast. Om die plek heen staan appartementen. De prullenbak wordt door de gemeente netjes 2x per week geleegd, de wijkagent ziet de jongeren nooit. De bewoners ervaren overlast en voelen zich niet veilig.

In het IAA model wordt samen afgepeld wat er speelt. Je vormt een oordeel over wat je waarneemt, positief, neutraal, negatief. Als mensen iets als negatief ervaren dan doet dat iets met gedrag, er volgt een gesprek met de wijkagent, je spreekt zelf de jongeren aan, een melding wordt gemaakt bij de gemeente.

Door samen in gesprek te gaan breng je deze beoordelingskaders in beeld, dat kan eerst individueel of gelijk in een groep. Mensen kunnen het op meerdere vlakken niet met elkaar eens zijn. Kijk naar wat je wel bindt, wat je wel kunt doen, hoe je in gesprek kunt gaan. Met elkaar ga je kijken wat iedereen ervaart en welke stappen je kunt zetten om het naar iets positiefs om te buigen.

In gesprek komen en blijven en samen kijken naar oplossingen is de kern. Hiervoor zijn doorgaans meerdere sessies nodig. De focus ligt ook op quick wins, opstarten van acties binnen 48 uur waarvoor 2 mensen zich hard willen maken (dat prioriteert problemen en zorgt voor draagvlak). Drive is nodig bij iedereen om succes te kunnen behalen!

Tips voor gemeenten: Ga in gesprek met de inwoners. Dit heeft een positief effect op hoe mensen naar organisaties kijken, maar je krijgt ook veel informatie over hoe wijken /buurten in elkaar zitten die op andere momenten heel zinvol kunnen zijn. Dit vraagt wel een andere mindset en tijd.

Rol CCV

Vorig jaar deed het CCV een onderzoek in de wijk Geitenkamp in Arnhem. Het ging om een grote groep, waarbij aangegeven werd dat het prettig werkte onder begeleiding van onafhankelijke partij. Uitkomst waren meerdere initiatieven, van het begroeten van nieuwe bewoners tot de herinrichting van een pleintje.

De rol van het CCV houdt meestal op bij het onderzoek doen. De uitkomst is soms niet alleen gericht op wijk, maar soms ook op organisaties. Dit laatste is een langer traject. Het liefst wil Sten als adviseur langer aangehaakt blijven om de begeleiding verder vorm te geven, maar het is aan de gemeente om hiermee verder aan de slag te gaan. Afspraken over borging vanuit het CCV met de gemeente worden niet gemaakt. De gemeente bepaalt zelf hoe zij omgaat met de uitkomsten.

Vanzelfsprekend vraagt het CCV daar wel naar, helaas is er soms geen gevolg gegeven aan het onderzoek. Kernwoorden voor succes zijn: zorg voor borging (in kadernota/veiligheidsbeleid) en regel slagkracht voor de uitvoering (financiën, inzetten capaciteit).

Binnenkort doet het CCV weer een oproep om 3 sessies te begeleiden. Daar waar gemeenten vastlopen en het niet lukt om de neuzen dezelfde kant op te krijgen, biedt het CCV hulp.

Ter afsluiting:

Maak vanuit de veiligheidsmonitor en verdiepingsslag op buurt- of wijkniveau. Kijk of daar een buurt is waarin verdiepend onderzoek nodig is? Durf jij die extra stap te zetten en het beeld achter de cijfers te krijgen en aan te scherpen om verbeteringen te creëren? Of werkt het goed zoals het gaat?

Link tafel van 12: https://hetccv.nl/onderwerpen/veiligheidsbeleving/actie/de-tafel-van-12/

Link naar IAA model: https://hetccv.nl/onderwerpen/veiligheidsbeleving/informatie-analyse/

Link naar onderzoek Almere: https://veilig.almere.nl/fileadmin/user_upload/191219_Eindrapport_veiligheid_sbeleving__Almere_-_def.pdf

Laat een reactie achter